Nieuws
GGZ-patiënten onterecht in TBS-klinieken

Door mr. Claartje van Keulen.

In toenemende mate worden ‘gewone’ psychiatrische patiënten in een TBS- kliniek geplaatst.
Het gaat om mensen die met een BOPZ-maatregel in een psychiatrisch ziekenhuis zijn geplaatst, maar die geen misdrijf hebben gepleegd.

Doordat ggz-instellingen niet genoeg veiligheid kunnen bieden, worden patiënten met agressieproblemen steeds vaker naar een TBS-kliniek gestuurd.

Ook ik zie het maar al te vaak gebeuren dat BOPZ-clienten zonder tussenkomst van de rechter op de één op andere dag naar een TBS-kliniek worden overgeplaatst.
Met name de ggz-instelling in Beilen, gespecialiseerd in langdurige opnames, lijkt steeds vaker over te gaan tot zulke drastische maatregelen.

Hierbij worden de rechten van patiënten vaak met voeten getreden.
Zo sprak ik onlangs nog een cliënt die vanuit Beilen was overgeplaatst naar een TBS-kliniek en de eerste 2 weken zonder pardon achter gesloten deuren verbleef.
Daarbij kwam dat de cliënt in kwestie geheel in het duister taste over de vraag hoe lang de plaatsing in de TBS-kliniek zou voortduren.
Een week, een maand of misschien wel een jaar?

Na een zogenaamde ‘afkoelingsperiode’ van 2 weken is mijn cliënt gelukkig weer teruggeplaatst in Beilen.
Dit heeft echter niet kunnen voorkomen dat de overplaatsing in de TBS-kliniek bijna een traumatiserende uitwerking op cliënt heeft gehad.

De vrees voor een herhaling van zetten is groot, het gewekte wantrouwen naar GGZ-Beilen des te groter.

En dan te bedenken dat de Beginselenwet TBS in het geheel niet voorziet in het plaatsen van BOPZ-cliënten in TBS-klinieken.
Artikel 4 van de Beginselenwet TBS geeft een opsomming van groepen die in TBS-klinieken kunnen worden opgenomen.

Daaronder is de groep die een maatregel heeft opgelegd gekregen via de BOPZ niet genoemd.
Dit heeft de wetgever met een reden gedaan, namelijk om te voorkomen dat BOPZ-patiënten niet worden gestigmatiseerd als justitie-patiënten. TBS-gestelden hebben anders dan BOPZ-patiënten vaak onder toedoen van een stoornis ernstige (gewelds)delicten gepleegd.

Dit laatste maakt dat beide groepen wezenlijk van elkaar verschillen en alleen al om die reden niet zomaar op 1 afdeling kunnen worden geplaatst.

Daarnaast heeft de wetgever uitdrukkelijk de bedoeling gehad om in TBS- klinieken niet te komen tot een vermenging van deze twee groepen.
Dit zodat rechtsongelijkheid kan worden voorkomen.
Minister Schippers heeft hierover gezegd dat BOPZ-patiënten waar ze ook worden opgevangen, overal dezelfde rechten hebben.

Deze uitspraak van de minister lijkt niet overeen te komen met de praktijk maar eerder te zijn ingegeven door de druk om te bezuinigingen.

In de GGZ-instellingen hebben BOPZ-patiënten doorgaans veel meer vrijheden in vergelijking met een TBS-kliniek.
Patiënten hebben vaak een eigen mobiele telefoon en kunnen bijna de hele dag door bezoek ontvangen.
Deze vrijheden staan haaks op het gevoerde beleid in een TBS-kliniek.
Hier staat de veiligheid van de samenleving voorop, wat gepaard gaat met het hoogst mogelijke beveiligingsniveau denkbaar.
Een BOPZ-patiënt waarbij de behandeling van de stoornis voorop zou moeten staan, in plaats van afzondering, hoort hier simpelweg niet thuis.

Ik pleit er dan ook voor dat de ggz-instellingen hun beschermingsniveau aanpassen, zodat deze overplaatsingen naar TBS-klinieken kunnen worden voorkomen.
Waar deze overplaatsingen in het verleden slechts incidenteel voorkwamen, lijken deze gevallen steeds vaker de revue te passeren.

Op deze ontwikkeling zou de politiek moeten inspelen in plaats van de TBS- klinieken als afschuifsysteem te gebruiken!

Mr. Claartje van Keulen