Nieuws
Opheffing voorlopige hechtenis in zaak mr. de Wit terzake bedreiging pont op 16 augustus 2023

Mr. Ashley de Wit heeft vandaag haar client bijgestaan tijdens de eerste pro-formazitting van de strafzaak. Haar client wordt ervan verdacht dat hij op 16 augustus 2022 twee schippers en omstanders op de veerpont heeft bedreigd met een mes en heeft gedreigd met het stichten van brand. Tevens wordt hij verdacht van vernieling van de veerpont. Tijdens een eerdere zitting had mr. de Wit al met succes bepleit dat van de eerdere verdenking – een poging tot brandstichting – geen sprake kon zijn, aangezien de vloeistof die daarvoor was gebruikt geen brandbaar middel behelsde, zodat sprake was van een ondeugdelijke (niet strafbare) poging.

Dat gezegd hebbende, realiseert de verdediging zich dat het incident in de vroege ochtend van 16 augustus 2023 veel impact heeft gehad op de twee schippers en de omstanders op de veerpont. Dit stond dan ook vandaag verder niet ter discussie tijdens de eerste inleidende zitting van de strafzaak.

Mrs. De Wit heeft zich tijdens de pro-formazitting op het standpunt gesteld dat de voorlopige hechtenis opgeheven moet worden (op grond van art. 67a lid 3 Sv). Haar voornaamste redenen hiervoor was dat haar client inmiddels bijna 3 maanden vastzit voor een verdenking waar normaal gesproken geen maandenlange onvoorwaardelijke gevangenisstraffen staan voorgeschreven. Zeker niet in het geval dat sprake is van een zogenaamde ‘first offender’.

De officier verzette zich tegen de opheffing van de voorlopige hechtenis. Volgens de officier zou de richtlijn van toepassing zijn waarbij gebruik zou zijn gemaakt met de bedreiging van een nepvuurwapen, waarvoor doorgaans hogere gevangenisstraffen worden opgelegd, dan de tijd die client alsdan in voorlopige hechtenis had doorgebracht.

Bovendien wilde de officier voorkomen dat de inhoudelijke behandeling een ‘spookproces’ zou worden nu met een opheffing van de voorlopige hechtenis niet met zekerheid te zeggen is, of client ook daadwerkelijk aanwezig zou zijn op de inhoudelijke behandeling en dat zou volgens de officier geen recht doen aan de slachtoffers in deze strafzaak.

Met dit standpunt heeft de rechtbank uiteindelijk korte metten gemaakt.

Met mr. De Wit was de rechtbank van mening dat een voorlopige hechtenis tot aan de duur van de inhoudelijke behandeling de situatie met zich zou meebrengen dat client langer in voorarrest zit, dan de duur van de gevangenisstraf die hij mogelijk krijgt. De voorlopige hechtenis is onmiddellijk opgegeven waardoor de client van mr. De Wit direct in vrijheid is gesteld.

De inhoudelijke behandeling vindt plaats op 18 januari 2024.

https://www.parool.nl/amsterdam/rechtbank-laat-aanstichter-paniek-op-pont-naar-amsterdam-noord-vrij-zeer-tegen-de-zin-van-justitie~b2ef1746/

https://www.at5.nl/artikelen/223408/verdachte-bedreiging-pont-komt-vrij